Over verliefdheid – 9 Repelsteeltje

26 mei 2025 MarieVeys

Het boarden van hun vlucht is begonnen. Ze blijven zitten, terwijl de andere passagiers aanschuiven. Als iedereen is ingecheckt, staat zij op. 

‘Oké, ik volg jou, maar niet omdat ik vrij wil zijn, maar omdat ik van je hou.’

‘Alleen dwazen worden verliefd,’ antwoordt hij en kust haar op de mond.

‘Goede vlucht,’ glundert de steward die hun boarding pass afscheurt.

‘En mijn vrienden?’ vraagt ze als het vliegtuig is opgestegen. 

Konstantinos heeft zijn ogen gesloten.

‘Valentina, wat wil jij?’ Hij slaat zijn ogen op. 

Verliefdheid gaat altijd over.

‘Ik wil weg, maar zonder iemand pijn te doen.’ 

‘Als jij weet dat de persoon van wie je houdt, gelukkig is, gun je dat die persoon dan?’ 

Ze bedekt haar ogen met haar handen. ‘Sorry, Konstantinos, ze is pas twee, zo denkt zij niet. Hoe kan jij hier zo rustig bij blijven?’

‘Voor mij verandert er niet veel, Valentina.’

‘Komt het goed?’ Ze pakt zijn hand vast.

Hij knijpt erin. ‘Het komt goed.’ Hij sluit opnieuw zijn ogen.

Ze kruipt zo dicht mogelijk tegen hem aan en sluit eveneens haar ogen. Hij streelt zacht over haar benen. 

Misschien zullen ze me helemaal niet missen. Ze weet dat ze zichzelf iets wijsmaakt.

*

Na hun aankomst in Barcelona, had Konstaninos haar nog moeten geruststellen. Als haar gezin contact met haar wou opnemen, als er iets was, zou Annabelle als sleutel fungeren. Als het belangrijk was, zou Valentina het wel horen. Als ze het wou horen. Omgekeerd kon zij via Annabelle naar haar gezin informeren. Als ze dat wou. Het was onnodig om undercover te gaan. Ze hadden geen misdrijf begaan, herhaalde hij. Wie vrij wil zijn, begaat geen misdrijf.

Haar job kon ze opzeggen: een aangetekende brief sturen en de opzegtermijn zou hij betalen. 

*

Iedereen die dat wou, had kunnen achterhalen waar ze was. Zij had kunnen terugkeren wanneer zij wou. Maar geen van beide zaken gebeurde.

In plaats daarvan doken haar dochter en man in haar slaap op. Hen overkwamen de ergste dingen. Haar dochter werd ongeneeslijk ziek, haar dochter haatte haar – wat waarschijnlijk waar zou zijn, haar dochter was ontroostbaar. Haar man werd depressief. Annabelle was teleurgesteld. Niemand kon het haar vergeven. Zij kon het zichzelf niet vergeven. Ze was bang als ze een telefoon hoorde rinkelen – ze deed haar gsm weg. Ze was bang als iemand haar leek aan te staren, bang als iemand haar aansprak, bang voor de politie, bang als ze Nederlands hoorde spreken. Ze sprak niet over haar man en kind in de hoop dat ze zouden verdwijnen, maar ze waren er elke dag en elke nacht. Uiteindelijk had ze besloten om verder te gaan, zonder Konstantinos. Ze had zich afgevraagd waar ze graag alleen wou wonen en ze had aan een dorp in Italië gedacht waar ze lang geleden was geweest, voordat ze Konstantinos had ontmoet, zelfs lang voordat ze haar man had ontmoet.

In dat dorp dacht ze vaak aan Repelsteeltje.

Lees: Repelsteeltje van de gebroeders Grimm.

, , , , , ,