Valentina duwt de zware voordeur open van het herenhuis waar ze woont. In de majestueuze traphal echoot het gelach, pannen en potten uit een keuken. ‘Mijn kamer is op het eerste.’ Ze steekt de sleutel in het slot en aarzelt even. ‘Het is niet groot,’ zegt ze onwennig, ‘en niet echt mijn stijl,’ verontschuldigt ze zich verder, ‘maar wel koel’. Ze schuift de bordeauxrode gordijnen weg, opent de ramen en slaat de luiken open. Een tafel met twee stoelen, een bed met een marineblauw sprei, een kleerkast, een kitchenette. De klok die stilstaat. Eva gaat op het balkon staan, terwijl Valentina haar kleren in de badkamer uittrekt. Vreemd hoe ongedwongen en ontspannen ze plots is. Ze laat de douche stromen, ze is zo moe. Ze voelt opnieuw aan haar hals waar geen ketting meer zit.
‘Ik heb pasta, kaas, een blik tomaten… We kunnen hier eten, als je dat goed vindt,’ stelt ze Eva voor als ze uit de douche komt.
‘Heb je wijn?’
‘Ja.’
‘Dan blijven we.’
Valentina zet water op. ‘Wil je je ook douchen?’ vraagt ze Eva.
‘Graag, dankjewel.’
Na het douchen gaat Eva aan de keukentafel zitten. Valentina haalt de kurk van de wijnfles en schenkt haar in.
‘Proost,’ zegt Eva en ze klinken.
‘Al die tijd,’ Valentina slikt, ‘heb ik gehoopt dat Konstantinos hier zou staan. Zijn naam zien op die spiegel, maar hem niet, is zowat het ergste wat me kon overkomen. Waar is hij, Eva?’
‘Rook je?’ Eva haalt een pak sigaretten uit haar handtas. Ze lijkt ijzig kalm.
‘Al meer dan twintig jaar niet meer.’
‘Mag ik?’ Ze wijst naar het balkon.
‘Doe maar, ik werk de pasta af.’
Eva gaat op het balkon staan en steekt een sigaret aan.
Valentina neemt een sliert pasta uit het kokende water. Al dente. Ze giet de pasta af. Ze doet er olijfolie bij, draait met krachtige bewegingen peper uit de molen en strooit er zout over. Het zout prikt in een wond op haar vinger. Ze vult twee borden met de pastalepel, schept er een lepel saus over, raspt er parmezaan over en werkt af met basilicum. Ze is er klaar voor.
Eva komt door de terrasramen naar binnen, gaat naast haar staan, ze ruikt vertrouwd en vreemd, naar haar douchegel, beseft ze, en naar sigaretten. Hij rook nooit naar sigaretten. Wie was hij bij haar?
‘Eten we niet buiten?’ vraagt Eva.
‘Nee.’
‘Waarom?’
Valentina haalt haar schouders op en lacht zwakjes: ‘Paranoia.’
Eva neemt een keukenstoel en zet die bij de terrastafel en de andere stoel. ‘Heb je een doek? Dit uitzicht wil ik niet missen.’
‘Mijn hel op aarde.’
Eva kijkt naar de zee en lacht schamper, ‘die heb ik jou toegewenst.’ Ze neemt quasi zorgeloos een hap van de pasta. ‘Koken kan je wel.’
Als de beste.
‘Ik ben er klaar voor, zeg het maar.’
‘Valentina, Konstantinos is dood.’
Lees: Jhumpa Lahiri, Romeinse verhalen. Prachtige kortverhalen uit Italië, zoals het kortverhaal De Feesten van P., over een man (schrijver) die fantaseert over een niet-bestaande affaire.