Hôtel de G.

7 november 2021 MarieVeys

‘Hotel de G. is echt een huis waarin geesten zouden kunnen ronddwalen.’ lees ik in S. en ik ben meteen verkocht. Hôtel de G. is een echt huis, dat verzin ik niet. Ik denk aan het spookslot van de Efteling. Een kindertijd van bang afvragen: durfde ik, durfde ik het niet? Midden twintig was ik toen ik het voor het eerst bezocht. Klokslag middernacht verschenen ze. (Hier vloeien herinnering en verbeelding in elkaar over.) Ze zweefden in een groen en geel licht over een op wat dor strogras na kale binnenkoer.  Ze leken op de spoken uit een Suske en Wiske. Witte lakens als gedrapeerd rond een onzichtbaar hoofd en lichaam. Zoals die spoken die aan de Bourla in Antwerpen op een dak prijken. (Achteraf zie ik op een youtube video dat de werkelijkheid veel rijker is.)

Het herenhuis van G. dateert van de achttiende eeuw en is van verarmde adel geweest. Het heeft hoge lange ramen, balkons, een visgraatparket, een statige marmeren trappenhal met een zwarte gietijzeren open lift, vochtplekken op het plafond, afbladderend bloemenbehang en muren vol barsten. Het huis lijkt even bevroren in de tijd als het Palazzo Fortuny in Venetië. (En hier is de schaamteloos uit S. gekopieerde beschrijving vermengd geraakt met mijn fantasie.)  In een badkamer met een bad op poten druppelt een kraan. Het is er koud, zodat het niet verwonderlijk is dat er een rilling door me heen gaat. De vloer kraakt. Ik loop naar een van de ramen aan de achterkant van het huis en kijk uit over een verwilderde tuin en recht in de ogen van een kind dat stokstijf staat. Wanneer het me ziet, verdwijnt het in het hoge gras dat zich achter hem sluit. 

Een hand trekt aan mijn trui. Weg is het Hôtel de G. Ik zit aan mijn eettafel. Mijn dochter schenkt thee die er niet is met een theepot die er niet is in een kopje dat er niet is, vraagt of ik wat suiker wil die er niet is, roert een lepeltje dat er niet is door het hete water dat er niet is. Maant me aan te blazen voordat ik een slok neem van het gouden water. Zo graag zou ik weten wat dat meisje die via een handvol woorden en vooral lichaamstaal en intonatie communiceert, vandaag heeft bezocht, welke huizen, steden, landen, werelden, sterrenstelsels en al die andere plaatsen die mijn volwassen verbeelding te boven gaat.

Lees: Valeria Luiselli’s De gewichtlozen. Dat ik te lang geleden en zonder notities te nemen las (onderlijnen deed ik wel) en waarvan me vooral de sfeer bijblijft. Dat ik dringend moet herlezen. Hierbij een paar zinnen, bij wijze van impressie: ‘Het middelste kind maakte me wakker.’ (eerste zin) ‘Alles begon in een andere stad, in een ander leven, een leven voor dat van nu, maar na dat andere.’ ‘(Ik had dit verhaal graag willen beginnen zoals Hemingways A moveable feast eindigt.)’

, , , , , , ,