Valentina holt naar buiten, het kan haar niet schelen wat de stamgasten denken. De vrouw is nog niet ver. Valentina heeft haar meteen ingehaald.
‘Wie bent u?’
‘Zullen we vanavond afspreken? Beneden bij de baai waar u zwemt? Ik beantwoord dan al uw vragen.’
Ze knikt, nauwelijks in staat haar tranen te bedwingen.
‘Of nee,’ verbetert ze zichzelf dan, ‘liever rond drie uur, dan is de bar gesloten en is het rustig in het dorp.’
‘Afgesproken.’
De rest van de ochtend denkt ze aan Konstantinos. Iets wat ze zichzelf niet vaak meer toeliet.
Het is het heetst van de dag en alleen dwazen wagen zich op straat. De hitte stijgt op uit de straatstenen, de zon is moordend. Het is windstil en zelfs in de baai is het te warm. Valentina heeft een gekoelde thermosfles water meegenomen en zit op de onderste rotstrede. De zee komt tot vlakbij haar voeten. Iets na drieën hoort ze het klakken van sandalen op de rotstrap. Ze draait zich om en daar staat de lange blonde vrouw die een schaduw over haar heen werpt.
‘Mag ik naast je komen zitten?’
Valentina knikt.
De vrouw gaat zitten. Ze ruikt naar jasmijn. Uit haar tas diept ze een met waterdruppels beparelde fles limoncello op. ‘Wil je een slok?’
Normaal zou ze het aanbod afslaan, maar vandaag is het niet normaal. Valentina neemt de fles aan en neemt een slok. Te zoet, maar fris. De vrouw neemt een flinke teug.
‘Ik ben Eva.’
‘Je kent mijn naam,’ zegt Valentina, ‘jij weet meer over mij, dan ik over jou.’
‘Ik was de vrouw van Konstantinos,’ vervolgt ze.
Valentina krimpt in elkaar. Ze had een vermoeden. Deze rijzige blonde Nederlandse is zijn vrouw en ze is razend knap.
‘Het spijt me.’ Ze slikt, maar de krop in haar keel gaat niet weg.
‘Jij moet je niet verontschuldigen, Valentina. Ik wist het en ik keurde het goed.’
Valentina verbergt haar gezicht in haar handen. ‘Ik heb me zo vaak afgevraagd wie je was, hoe je eruit zag… Sorry… Ik heb zo veel kapotgemaakt… Je moet me wel haten, ik haat mezelf…’
‘Ik haat je niet. Ik weet alles omdat Konstantinos me alles vertelde. Ik weet dat jullie met elkaar getrouwd zijn in het bijzijn van de enige vrienden die zo’n zware verantwoordelijkheid op zich wilden nemen: getuige zijn van een verboden liefde. Zijn trouw stond vast, Valentina. De wil om zich aan zijn belofte te houden, om voor jou te zorgen, toonde hij met dat ritueel, dat huwelijk. En dat zijn vrienden getuigen waren, bewijst dat zijn liefde voor jou oprecht was. Hij hield het niet geheim, zelfs niet voor mij.’
Lees: Prof. dr. Bessel Van der Kolk, Traumasporen. Dit boek geeft me zo veel inzicht over niet alleen wat trauma met een mens doet, maar ook over hoe ons brein werkt (hoe we verbinden met anderen, in een vecht-/vluchtreactie terechtkomen of gewoon vertijven. Ook een aanrader voor schrijvers!