Over verliefdheid – 7 De vlucht

16 december 2024 MarieVeys

Uitgehongerd vallen ze aan op het roerei met toast en marmelade. 

‘Vertel, Valentina, waarover pieker je’ vraagt Konstantinos. 

‘Heeft Andreas nog iets heeft laten weten?’ 

Konstantinos toont haar haar identiteitskaart. 

‘En de rest van mijn portefeuille?’ 

‘Die heb je niet meer nodig.’

‘Hoezo?’ ze klinkt vertwijfeld. 

Hij trekt haar tegen zich aan. ‘Je bent leuk in je short, je hebt zulke mooie benen. En armen.’ Hij kust haar op haar schouder. Ze trekt het hemd aan, zet de zonnebril op. Hij zet zijn pet op. 

‘Klaar?’ 

Ze knikt. In haar schoudertas steekt enkel haar identiteitskaart, de bikini en na een aarzeling ook de pumps.

‘Wat doe ik met de jurk, die is van Annabelle?’ 

‘We laten hem hier, Francesca zal hem ophalen.’ 

‘Wat heeft Annabelle gezegd?’ vraagt ze nogmaals. 

‘Laat het los,’ herhaalt Konstantinos. 

Hij belt naar de receptie en geeft de uitleg over de jurk. Daarna vraagt hij om een taxi te bestellen en de rekening te maken. ‘Of nee, toch geen taxi,’ verbetert hij zichzelf. Ze kijkt hem vragend aan. ‘We houden een taxi op straat tegen.’

In Zaventem vraagt hij of er nog plaatsen zijn voor de eerste vlucht naar Barcelona. Hij heeft zijn pet opgehouden en zij haar zonnebril. Voor het eerst vraagt ze zich af of ze camerabeelden zullen gebruiken om hen op te sporen, maar dan bedenkt ze dat ze zo veel moeite niet moeten doen. Hun identiteit moet enkel geseind worden. Maar ze hebben niets gedaan, of is het verlaten van je gezin een misdrijf waarvoor je internationaal geseind kan worden? De angst slaat haar om het hart. 

‘Uw identiteitskaarten alstublieft,’ vraagt de reisagent. Hij kijkt niet op van last minutes, noch van een zonnebril en een pet. De vraag brandt op haar lippen, maar ze houdt zich in. Ze trilt als ze hem haar identiteitskaart overhandigt. 

‘Valentina, zoals Sint-Valentijn,’ zegt de reisagent. 

Ze knikt, ze heeft die opmerking en nog banalere verwijzingen naar de liefde wel vaker gekregen. Niemand die lijkt te weten hoe het Valentijn zelf verging, die heilige van de liefde. Zij is Valentina. De ambtenaar die hen gehuwd heeft, zou je de ware Valentijn kunnen noemen. 

‘Die ambtenaar,’ vraagt ze even later, als ze aan de gate op hun vertrek wachten, ‘heeft hij iets strafbaars gedaan?’ 

Konstantinos glimlacht. ‘Pieker je daarover? Niemand heeft iets strafbaars gedaan. Hij niet en wij evenmin.’ 

‘Wel iets moreel laakbaar,’ zegt ze.

‘Alleen jij bepaalt of het moreel laakbaar is’, antwoordt hij.

 

Lees: Marli Huijer, Beminnen. Nieuw licht op seksuele vrijheid. Konstantinos zei eerder dat Valentina vrij was, maar is ze dat wel?

, , , , , ,